About book The Dying Of The Light: A Mystery (1995)
Deze kerel leek dan weer geboren om de pen te hanteren. Ik leerde Dibdin (nog niet zo lang geleden overleden) kennen via een overijverige prof Nederlandse Taalkunde die me enkele van Dibdins Aurelio Zen-romans aansmeerde (net als boeken van Josef Skvorecky, Kinky Friedman en Robert B. Parker, dus God bless his soul). In die reeks, wat bij betreft één van de sterkste uit de Britse misdaadschrijverij, is de centrale held politiecommissaris Aurelio Zen, die in het door de mafia geregeerde Italië probeert af te rekenen met allerhande criminelen, met conventionele en minder conventionele methoden. De boeken (ik heb intussen Vendetta, Dead lagoon, A Long Finish en Blood Rain in huis gehaald) beantwoorden tot op zekere hoogte aan de reguliere ingrediëntenmix, maar hebben een exotisch kantje en ook wel een stilistische bekommernis die soms meer verwantschappen vertoont met de Amerikaanse traditie. Dat is ook net waarom ik doorgaans de misdaadliteratuur van de andere kant van the Atlantic verkies boven de Engelse. Terwijl die laatste ideaal voor is voor liefhebbers whodunits op het puntje van de stoel, en regelmatig een sterkere obsessie met psychologie en (maatschappelijke) klasse aan de dag legt, is die eerste wat meer bekommerd om taal en stijl, waardoor je de indruk krijgt (en misschien is het ook alleen dat) net dat ietsje meer op je bord te krijgen dan een slim in mekaar gestoken verhaal met genoeg twists & turns om de vergelijking met de formatiebesprekingen te kunnen doorstaan. Hoog tijd voor een misdaadroman met de splitsing van de kieskring als décor! Ik zie het al voor me: kopstukken van de betrokken partijen die simultaan van de aardbodem verdwijnen, Wetstraat- en andere journalisten die meteen beloven er een boek over te zullen schrijven, persverslagen die onder de noemer “krantennovelle” het volk tot lezen aanzetten, talkshows die bij gebrek aan expertenmeningen Jan Modaal aan het woord laten. En Jan Modaal? Die vraagt of het stilaan niet etenstijd is. Ah, de macht van de verbeelding. Het grappige is dat deze lekker weghappende misdaadroman niet enkel past in de oer-Britse traditie, maar die zelfs te lijf gaat met een enthousiasme van een ongenadige pastiche. De titel mag dan wel (vermoed ik) verwijzen naar Dylan Thomas’ klassieke gedicht “Do Not Go Gentle Into That Good Night”, het boek is niet minder dan een dissectie van de stijl van Agatha Christie, de momma van de stiff upper lip-misdaadverhalen. Iedereen kent die klassieke formule wel: gooi een bende (bij voorkeur vooraanstaande) burgers (adellijke lieden, militairen, zakenlui, geestelijken, dandy’s, charlatans, en criminelen) samen in een afgelegen landhuis, wacht tot er eentje het hoekje wordt omgeleid (op de achtergrond zingt en kinderkoor “Tien kleine negers”) en begin dan op zoek te gaan naar wie de cunning mastermind achter dat alles is. Dibdin lijkt aanvankelijk volledig mee te willen gaan, gezien deze tot in de puntjes verzorgde introductie van de personages: “Tea had not yet been served, but the other guests had already gathered. Colonel Weatherby was installed in his usual chair by the fireplace, reading The Times. Some distance away the wealthy invalid Mrs. Hiram Hargreaves III, swathed in pullovers and blankets, was whiling away the time with a game of patience. At a table near the French windows giving on to the lawn, Charles Symes and Grace lebon were bent over a jigsaw puzzle, their heads almost touching. His back pointedly turned to the beauties of the landscape, Samuel Rosenstein stood muttering into the telephone in a gutteral undertone. Lady Belinda Scott sat rigidly uptight on the piano stool, her fingers lightly touching the keys, while in the corner Canon Purvey nodded over a book. Only George Channing, the corned beef millionaire, appeared to be missing.” Ik hoor u al denken: “Da’s fucking Cluedo, jong!” Uhuh. In één alinea wordt zowat alle benodige informatie meegegeven, en ja, de laatstgenoemde is op dat eigenste moment het slachtoffer van geweld dat hem ei zo na het leven kost. Niets echter wat het lijkt. Er is immers iets bijzonders aan de hand met het huis, het personeel én zijn bewoners, die niet zomaar toevallige gasten zijn. Daarenboven heeft Dibdin met het personage van besje Rosemary gezorgd voor een extra troef: zij is immers geobsedeerd door Britse misdaadverhalen en zal haar kennis dan ook toepassen op haar omgeving en allerlei mogelijke theorieën bedenken. Op die manier, door haar te betrekken bij het verhaal, en haar voor de komst van de politie-inspecteur zelfs aan te wijzen als de on scene-investigator zorgt Dibdin meteen voor een meta-element: Rosemary legt immers niet de geroutineerde aanpak bloot, maar wijst herhaaldelijk op het bestaan van misleidende motieven, onopgemerkte verdachtmakingen en steeds terugkerende valstrikken in een misdaadroman. Vanuit de roman legt ze dus de machinaties van de roman bloot.Op die manier zorgt ze niet enkel voor een commentaarstem bij een verhaal dat voor enkelen fataal afloopt, maar ook voor toelichting bij het genre dat beladen is met motieven, conventies en clichés. Aangezien dit al snel duidelijk wordt, verliest het boek natuurlijk al snel van z’n (sowieso gefingeerde) authenticiteit, waardoor het waarschijnlijk minder in de smaak zal vallen bij de hardcore liefhebber van de “echte” verhalen. Anderzijds is het echter ook zo dat Dibdin het niet kan laten om enkele onverwachte twists (misschien een paar te veel) aan het verhaal toe te voegen, waardoor het toch blijft boeien tot het einde. Het is geen grote roman, geen overdonderend experiment, en geen volledige afrekening met de traditie waar het constant naar verwijst en op teert, maar The Dying Of The Light is wel een bijzonder amusante, tongue-in-cheek brok misdaadliteratuur die zichzelf en zijn onderwerp vooral niet te serieus neemt. (***1/2)
A wonderful surprise! Quick read too! To quote the back, "gives us a brilliant and haunting variation on the classic drawing-room murder novel." Indeed it does! An old folks home, run by an abusive brother and sister team, is slowly losing residents to death. Is it natural, or is it murder? Two intrepid older ladies try to find out - old school detective style! And a soccer obsessed detective tries to keep up with them! It's a fun who-done-it with great characters and fun plot twists, especially at the end. I really liked the way the plot unrolled for the detective as his mind recalled soccer games of his youth. And the character Anderson is a hoot! I'm so glad I took a chance on this - it's a winner!
Do You like book The Dying Of The Light: A Mystery (1995)?
THE DYING OF THE LIGHT. (1993). Michael Dibdin. *****.This was a terrific novel, with a meticulously contrived plot set in an old-age home, written in the style of a Golden Age mystery. The story is full of all of the usual twists and turns you’d expect from Dibdin, along with more than the basics of humor. The characters in this story are all old, but don’t put them down; they still have all their faculties about them, and manage to ultimately get their own way in running the end of their lives. Highly recommended.
—Tony